Journalistiek in de rechtszaal: een interview met een rechtbanktekenaar

Rechtbanktekenaars geven ons een kijkje in de rechtszaal. Zij schetsen een sfeer en emoties op een plek waar camera’s niet zijn toegestaan. Daarnaast geven zij natuurlijk het eerste beeld weer van een verdachte en zijn emoties tijdens een zitting, nog voor er een foto gemaakt wordt. Zij bedrijven wellicht een van de puurste vormen van journalistiek: rechtstreeks op papier, zonder bewerking. Bij het binnenkomen van de rechtszaal is er niets, aan het eind van de zitting lopen zij de zaal uit met een voltooid werk. Een werk dat gelijk aan de rest van de wereld geshowd gaat worden en in veel gevallen de publieke opinie zal gaan vormen. Voor deze Juncto over recht en journalistiek hebben wij rechtbanktekenaar Félix Guérain geïnterviewd.

Felix Guérain ontwikkelde op jonge leeftijd een passie voor tekenen. Daarnaast heeft hij een grote liefde voor mensen. Dit combineerde hij tot een carrière als rechtbanktekenaar. Inmiddels is Felix Guérain een van de bekendste rechtbanktekenaars van Nederland. Zijn tekeningen verschijnen regelmatig op het nieuws, NOS, RTL en TALPA en in kranten als het AD en de Stentor. Toch kent men hem nauwelijks. Wij vroegen ons af wie Felix Guérain is en wat zijn kijk op het rechtbanktekenen is.

Waarom bent u rechtbanktekenaar geworden?
“Ik ben door toevalligheid in het vak gerold. Op de kunstacademie heb ik kop en modeltekenen gedaan, maar ik heb bijvoorbeeld ook als stedenbouwkundig tekenaar gewerkt. Portretten tekenen vond ik altijd al heel leuk. In de jaren 80 had ik een studio in Hilversum waar ik samenwerkte met mensen die televisiewerk deden. Daar vroeg een journalist van de NOS aan mij of ik mee wilde naar de rechtszaal om daar tekeningen te maken. Toen ik begon waren er nauwelijks rechtbanktekenaars. Er was er een van de Telegraaf, dat was het eigenlijk wel. Men was heel blij met de bijdrage van tekeningen uit de rechtszaal. Ondertussen ben ik alweer veertig jaar aan het werk als rechtbanktekenaar.”

Wat is er zo bijzonder aan het rechtbanktekenen?
“Ten eerste moet het heel snel gebeuren. In een pro forma zitting heb je bijvoorbeeld maar een half uur of drie kwartier om een tekening te maken. Dan moet de tekening toch echt wel klaar zijn, want buiten staat er alweer een cameraman te wachten. Hij neemt de verdachte op beeld op.

Maar wat echt bijzonder is, is het menselijk gezicht. Dat is bij iedereen anders. Ik probeer altijd goed te kijken naar mensen en op die manier te zoeken naar de tweede laag. Wanneer ik naar een verdachte kijk, vraag ik mij af: hoe is die persoon ertoe gekomen om een misdaad te begaan. In mijn tekening zoek ik naar het antwoord op die vraag.

Dat is een boeiende bezigheid. Iedere verdachte is anders en iedere keer probeer ik dat zo goed mogelijk op papier over te brengen. Ik wil graag de emoties van een persoon overbrengen op het papier. Maar niet alleen de emoties. Ook het gevoel, de uitstraling van iemand. Bij de ene verdachte lukt dat heel goed, andere personen zijn weer emotieloos en kijken strak voor zich uit. Al die mensen met veel verschillende houdingen en gezichten interesseren mij.”

Heeft iedere rechtbanktekenaar een eigen manier van tekenen? Wat is uw manier van tekenen?
“Iedere tekenaar heeft zijn eigen stijl. Er is geen voorschrift waar men zich aan dient te houden. Iedereen geeft ook op een eigen manier kleur aan een tekening. Als ik een werk zie, weet ik meestal gelijk door wie het gemaakt is. Mijn eigen signatuur is dat ik op grijs papier werk. Ook heb ik altijd al gebruik gemaakt van pastelkrijt, aquarel en Oost-Indische inkt. Zo teken ik met zachte tonen.”

Waar let u in het bijzonder op wanneer u een rechtbanktekening maakt?
“Je hoopt natuurlijk altijd een beetje op iemand met een bijzondere kop. Het proces met Hell’s Angels was bijvoorbeeld interessant om te tekenen. Dat zijn bijzondere mannen om te tekenen. Dat geeft een tekening wel een hele hoop kleur.

Ook Marokkaanse mensen vind ik mooie mensen om te tekenen. Zij hebben vaak hele mooie gezichten.  Soms doen zij wat met hun haar en sommige mannen hebben bijvoorbeeld een snorretjesbaard. Ik heb hiervan ook verschillende mooie tekeningen. Dat doe ik met plezier en dat ziet er altijd mooi uit.”

Welk aspect van een verdachte vindt u belangrijk om naar voren te laten komen in de tekening?
“Ik heb weleens het verwijt gekregen dat ik een verdachte te lief tekende, of te mooi. Men vond dat ik er meer een crimineel van zou moeten maken. Maar dat gevoel heb ik helemaal niet. Ik houd in principe erg van mensen. Mijn liefde voor mensen probeer ik uit te beelden.

Ik kijk altijd naar de positieve kanten van iemand zijn gezicht en ik probeer dat duidelijk weer te geven. Ik zoek niet altijd het negatieve of het misdadige op. Ik probeer echt een mens te tekenen. Vooral ook omdat ik van mensen houd. Ik wil ze niet een verkeerde kleur geven. Ik wil met mijn tekeningen laten zien dat het iedereen kan overkomen. Natuurlijk bestaan er beroepsmoordenaars, pedofielen, verkrachters en dat soort mensen, maar er zijn een hele hoop zaken waarbij je kunt nadenken over hoe je zelf gereageerd zou hebben in die betreffende situatie. Wij zijn heel gewend om snel te oordelen zonder enige kennis. Mij trekt dat helemaal niet zo. Ik wil altijd nog even langer kauwen op een zaak en er nog even langer over nadenken.”

Hoe zorgt u ervoor dat het juist uw tekening is door de pers gebruikt gaat worden, is dit vooraf al afgesproken of verschilt dit per zaak? Heeft u hier zelf inbreng in?
“De opdrachten kies ik niet zelf. Ik krijg opdrachten aangeboden van RTL, SBS en andere bedrijven. Zij schetsen voor mij de situatie door te vertellen over wat voor zaak het gaat. Vervolgens krijg ik te horen in welke stad een zitting plaatsvindt. Het enige wat ik dan nog hoef te doen is op tijd in de desbetreffende rechtszaal te verschijnen.”

Een advocaat heeft vorig jaar uw collega Petra Urban verzocht om de zitting te verlaten, omdat haar tekeningen te realistisch zijn en dit de privacy van de verdachte zou schenden.[1] Hoe kijkt u hier tegenaan? Is het tekenen van een verdachte tijdens een zitting schending van privacy?
“Zoals ik al zei heeft iedere tekenaar zijn eigen stijl. Persoonlijk probeer ik mijn werk echt een tekening te laten zijn en hierin permitteer ik mij ook enige artistieke vrijheid, maar er zijn inderdaad mensen die zo secuur tekenen dat het bijna een foto lijkt.

Voor Petra Urban heb ik enorme bewondering, zij is een echte vakvrouw. Zij is messcherp en tekent iemand honderd procent zoals diegene is. Het is heel knap van Petra dat zij zo realistisch kan tekenen, maar dat zou niet mijn keuze zijn (buiten het feit of ik het zou kunnen). Voor haar stijl van tekenen zou ik persoonlijk niet kiezen. Ik probeer met mijn tekeningen een ander doel te bereiken. Ik wil niet fotografisch tekenen, maar juist ruimte laten voor interpretatie.

Ik maak ook kunst en kijk weleens naar andere schilders. Zij maken bijvoorbeeld drie appeltjes op een schaaltje perfect na. Ik vraag me dan af: waarom heb je niet gewoon een foto genomen? Dan ben je gelijk van het gedonder af en het scheelt een heleboel tijd. Als ik zelf die appels zou mogen schilderen dan zou ik er mijn fantasie op loslaten door een vinger uit een van die appels te laten komen. Persoonlijk wil ik meer de kunstenaar loslaten en minder de fotograaf. Ik ben tevreden als een tekening de sfeer in de rechtszaal goed weergeeft, dat is mijn uitdaging.”

Wat is volgens u het journalistieke belang van rechtbanktekeningen?
“De tekeningen moeten mensen meer laten nadenken, laten relativeren. Zij moeten aan de buitenwereld laten zien dat we allemaal ook maar mensen zijn. De verdachten zijn natuurlijk veel meer dan hun zaak en in sommige situaties zien mensen geen andere uitweg meer dan de manier hoe ze gereageerd hebben. Ik heb ooit een man getekend die getrouwd was met een hele rijke vrouw, zij treiterde hem heel erg. De man was op den duur zo in zijn ziel geraakt dat hij zijn vrouw vermoordde. Hij verloor daarmee alles en maakte zich grote zorgen over het feit dat hij herkend zou gaan worden en dat zijn kinderen de volgende dag op school moesten uitleggen wat hun vader had gedaan. Hoe zou jij gereageerd hebben in die situatie? Wij mensen oordelen veel te snel zonder enige informatie, ik wil er langer over nadenken en nog even op zaken kunnen kauwen.”

Spelen de feiten die een verdachte tenlastegelegd zijn een rol in uw tekeningen?
“Voor mij speelt dit niet echt een rol bij het tekenen. Ik probeer zoveel mogelijk te letten op hoe iemands gezicht in elkaar zit, wat voor uitstraling de ogen hebben. Op die manier probeer ik de tweede laag in iemand op te zoeken. Ik denk na over hoe iemand zover kan komen of is gekomen om de misdaad waarvan zij verdacht worden, te begaan. Men heeft snel een oordeel klaar, maar ik zie dat iedereen, elke verdachte, een verhaal heeft. Iemand die opgroeit in een omgeving vol geweld, vormt zich tot een heel ander mens dan iemand die opgroeit in een vrolijke, veilige omgeving. Dat is volgens mij de tweede laag. Doordat ik mij zo bewust ben van deze ‘tweede laag’ in mensen ben ik heel voorzichtig met mijn oordeel. Ik heb eigenlijk geen oordeel. Ik ben dan ook heel blij dat ik geen rechter ben. Ik kan mijn tekenmap dicht klappen en een factuur sturen, dan zit mijn job er op. Ik ben blij dat ik niet degene ben die een oordeel over zaken moet vellen.”

Bent u weleens door een bepaald verhaal geraakt in de rechtszaal en is dat terug te zien in de tekening die u bij dat verhaal heeft gemaakt?
“Ja, natuurlijk, meerdere keren zelfs. Ik ben in het verleden zowel geraakt door de verhalen van de verdachten, als door de verhalen vanaf de andere kant, bijvoorbeeld de nabestaanden van een slachtoffer. Nabestaanden hebben tegenwoordig tijdens de zitting de mogelijkheid om hun verhaal te houden. Je ziet dan het onmetelijke verdriet van deze mensen, veroorzaakt door het verlies van iemand. Als iemand een kind of een geliefde verloren heeft, is het haast onmogelijk niet door dit immense verlies geraakt te worden. De levens van deze mensen zijn voorgoed veranderd. Zij zullen nooit meer hetzelfde zijn en dat komt door de afgrijselijke dingen die zij hebben meegemaakt. Wij willen in een blijde wereld leven, maar wij moeten er toch ook rekening mee houden dat er mensen zijn met donkere plekken in hun hoofd. Deze donkere plekken zorgen ervoor dat mensen vreselijke dingen kunnen doen die het daglicht niet kunnen verdragen.

Ongeveer een week geleden was ik aanwezig bij een zitting over een huisoverval. Het slachtoffer, een vrouw van ruim zeventig jaar oud, vertelde hoe mensen haar woning zijn binnengedrongen. Vanaf onderen heeft zij naar haar, eveneens hoogbejaarde, man geroepen: “leef je nog?, hoe is het met je?”.

Deze vrouw hoorde de afgrijselijke geluiden van de mishandeling van haar man op de bovenverdieping van het huis. Zeker als tekenaar, kun je je inbeelden wat er daarboven in zo’n huis is gebeurd. In mijn hoofd tekent dit zich als een strip. Dit soort zaken komen soms erg dichtbij en hier lig ik dan ook weleens wakker van. Gelukkig heb ik mijn geloof. Hier haal ik veel troost uit. Met mijn werk kan ik mensen ook een soort dienst of hulp leveren. Deze positieve gedachte werkt dan wel weer als het tegengif tegen al het negatieve en al het geweld dat ik soms tegenkom in mijn werk.”

Wat was voor u, uw meest spraakmakende rechtbanktekening en waarom?
“De zaak die mij altijd het meest is bijgebleven, is die van het meisje van Nulde. Dit heb ik altijd een verschrikkelijke zaak gevonden. De niet-biologische vader haalde dit meisje elke keer uit haar bed en sloeg haar op dezelfde organen, in de hoop dat het kind hierdoor uiteindelijk zou sterven. Dit is uiteindelijk ook gebeurd. Het enige wat het meisje zelf wilde was maar één ding: terug naar haar eigen, échte (biologische) vader.”

Ik vind dit nog altijd een vreselijk trieste  zaak en ik moet eerlijk toegeven dat ik om deze zaak weleens tranen heb gelaten. Ik heb de niet-biologische vader op de zitting getekend, tezamen met zijn vrouw (de biologische moeder van het meisje). Ik had het gevoel dat de moeder van alle mishandelingen af wist. Mensen doen af en toe de meest verschrikkelijke dingen.”

Is het u in deze zaak ook gelukt om de verdachten ‘liever’ in het gezicht te tekenen?
“Ik moet eerlijk zeggen dat ik heel goed kan schakelen tussen wat ik zie en wat ik voel. Daar zit een verschil tussen. Ik kijk altijd erg goed naar wie ik fysiek zie zitten en dit probeer ik dan te tekenen. Ik probeer zoveel mogelijk mijn eigen emotie op de tekening zelf uit te schakelen.”

Het uitschakelen van eigen emoties is op een bepaalde manier een vereiste om dit beroep te kunnen uitoefenen. Indien tekenaars niet in staat zijn om de eigen emoties aan de kant te schuiven, worden er voornamelijk grimassen getekend. Dat is precies wat ik niet wil. Wij tekenen nog geen misdadigers. Op het moment dat wij tekenen in de rechtszaal, is iemand nog enkel verdachte. Zij zijn nog niet veroordeeld. Er kan natuurlijk altijd nog bewijs tevoorschijn komen waaruit blijkt dat deze verdachte niet schuldig is. Daarom vind ik dat men anderen niet op voorhand al moet beoordelen. Ik ben van mening dat er neutraal gekeken moet worden naar de feiten, persoonlijk heb ik het dan met name over de feiten in het gezicht.”

[1] M. Sedee, Schenden haar rechtbanktekeningen de privacy?, https://www.nrc.nl/nieuws/2017/09/19/een-tekening-maakt-ze-menselijk-13068672-a1574007, laatst geraadpleegd: zondag 4 maart 2017

Pels RijckenHVG LawAKD Dirkzwager
WintertalingMeijburg & Co NautaDutihlEIFFEL Norton Rose FulbrightBaker McKenzieDLA PiperKennedy Van der LaanVan DoorneAllen & Overy
Inloggenclose