Een rechtssysteem voor Mars: een utopisch nieuw begin of meer van hetzelfde?

Een rechtssysteem voor Mars: een utopisch nieuw begin of meer van hetzelfde?

Vincent van der Borg

 

Vorig artikel | Volgend artikel
 

Nog nooit was er een mens op Mars, maar als we innovatieve ondernemers als Elon Musk mogen geloven, gaan we ergens in de komende decennia op de planeet wonen. Het is een utopische gedachte: een nieuwe plek waar de mensheid helemaal opnieuw kan beginnen. Maar het heeft ook iets angstaanjagends: zullen we deze kans niet verpesten en terugvallen in onze aardse onzinnigheden, of nog erger? Alleen al de term ‘kolonisatie van Mars’ doet alarmbellen rinkelen…

De ruimte kan, net als de internationale wateren, worden gezien als res communis: het is van iedereen en het is van niemand. Aan de andere kant zijn er ook auteurs die hemellichamen als res nullius goederen zien: ze zijn vatbaar voor toe-eigening.1 Hoe dan ook, de ruimte is niet een plaats zonder recht. Op dit gebied zijn enkele internationale verdragen van toepassing en nationaal recht kan een rol spelen als burgers uit een bepaald land betrokken zijn in een bepaalde situatie. Als bijvoorbeeld een Nederlander een andere Nederlander mishandelt op Mars, zal in principe Nederlands strafrecht van toepassing zijn (zie o.a. artikel 5 Wetboek van Strafvordering).

Als er daadwerkelijk een nieuwe samenleving zal ontstaan op de rode planeet, zijn een aantal specifieke ruimteverdragen natuurlijk verre van toereikend. Ook het simpelweg toepassen van verschillende nationale rechtsordes zal niet werken, aangezien vaak mensen met verschillende nationaliteiten een rol zullen spelen. Mars zal dan haar eigen rechtsorde krijgen met een uniek en eigen rechtssysteem. Wie mag dit rechtssysteem vormgeven, hoe gaat dat in zijn werk en welke kenmerken zijn cruciaal?

Nadenkend over een rechtssysteem gaat het al gauw over een systeem waarbinnen een overheid een rol speelt. De befaamde filosoof John Locke beschreef al in de zeventiende eeuw hoe individuen natuurlijke rechten (bijvoorbeeld het recht op vrijheid) kunnen overdragen aan een overheid in ruil voor bescherming.2 Toch is ook een totaal ander systeem denkbaar. Zo zou er sprake kunnen zijn van een vorm van anarchisme waarbij burgers onderling afspraken aangaan. In een anarchie is er geen hogere macht of autoriteit. Wanneer de samenleving nog klein is, is het zeker denkbaar dat onderlinge samenwerking tussen burgers en andere private entiteiten in grote mate werkt en een handhavende overheid misschien maar beperkt nodig is. Misschien zijn er wel bedrijven die taken van overheden overnemen. Bedrijven die op Mars pionieren zullen automatisch een bepaalde macht genieten. Hoe daar het beste mee omgegaan kan worden valt te bezien. Het is logisch dat als een bedrijf miljarden investeert in de ‘kolonisatie’ van Mars, dit bedrijf ook enige invloed wil uitoefenen op hoe het er daar vervolgens aan toe gaat. Of de wereldgemeenschap een corporate vinger in de pap moet accepteren is een belangrijke vraag. Enerzijds zal de behoefte aan innovatie en organische ontwikkeling groot zijn. Wonen op een nieuwe, andere planeet brengt uitdagingen met zich mee die vragen om flexibiliteit. Anderzijds kunnen we niet voorbijgaan aan enkele rechtsstatelijke waarborgen. Ook op Mars zal het bijvoorbeeld belangrijk zijn om de rechten van minderheden te beschermen. Het is moeilijk voor te stellen dat we als mensheid niet ook op Mars bepaalde universele regels willen laten gelden.

Wie er over de universele regels mag meebeslissen, is een tweede vraag. Simplistisch gedacht zou je kunnen zeggen dat de mensen die op Mars wonen, de regels mogen maken. Echter, je zou ook kunnen stellen dat Mars van belang is voor de gehele mensheid aangezien deze planeet een mogelijke nieuwe plaats om te wonen voor ieder mens biedt. Daarnaast heeft Mars wetenschappelijke, esthetische, historische en milieu-waarde die iedereen aangaat.3 Deze redenering volgend zou de gehele mensheid dus ook moeten kunnen meebeslissen over de ontwikkeling van (het recht op) de planeet. Als het idee is dat wonen op Mars ooit een optie voor eenieder zal zijn, zou het niet goed zijn om de mensen die ‘toevallig’ als eerste op Mars zijn alle macht te geven.

Als we een manier vinden om iedereen te laten meebeslissen, is het ten zeerste te hopen dat men niet alleen eigen belang (op de korte termijn) laat meewegen, maar ook het grote plaatje in ogenschouw neemt. In dat kader kan de visie van filosoof John Rawls uitkomst bieden. Rawls introduceerde namelijk de ‘sluier van onwetendheid’. In dit gedachte-experiment word je gevraagd na te denken over uitgangsprincipes voor de structuur van een maatschappij of rechtssysteem. De crux zit hem erin dat je deze principes moet kiezen zonder je eigen positie mee te laten wegen. Je doet alsof je niet weet hoe oud je bent, uit wat voor klasse je komt, etc.4 Misschien is deze sluier van onwetendheid nuttig in iedere maatschappelijke context, maar zeker als het gaat over Mars. Op Mars ligt alles namelijk nog open—zonder diep ingesleten belangen en machtsstructuren—en is het mogelijk om echt opnieuw te beginnen.

Hoe goed we ons best ook zullen doen, ‘het beste’ systeem zullen we misschien nooit vinden. Deze relativering nodigt uit om niet naar één systeem toe te werken maar enige keuzevrijheid in te bouwen. Wellicht is het goed als er meerdere gebieden met eigen regels zijn op Mars. Burgers zouden dan vrij kunnen kiezen voor het systeem dat ze het meeste aantrekt. Het klinkt ideaal, een voortdurende ideeënstrijd die ieder ‘land’ verder zal brengen. Tegelijkertijd zien we op aarde dat het concept ‘landen’ gepaard gaat met veel ellende, denk aan oorlogen en gebrekkige solidariteit. Is het niet mogelijk om op Mars het echt met zijn allen te doen en afscheid te nemen van grenzen, muren en nationalisme?

Zou Mars zelf geen stem moeten krijgen, moeten er waarborgen zijn zodat deze planeet geen schade wordt berokkend? Op aarde zien we dat het voorbijgaan aan minder tastbare belangen als het belang van de natuur tot vervelende uitkomsten kan leiden. Vrij recent heeft ‘milieu ethiek’ meer aandacht gekregen. Volgens deze leer zouden we klimaatverandering niet (alleen) moeten stoppen omdat het nodig is om de mensheid te laten voortbestaan, maar (ook) simpelweg omdat we de aarde niet kapot mogen maken, met al haar soorten en in al haar verschijningsvormen. Dit idee kan steunen op de conservatieve visie dat omdat iets al lang bestaat dit waarde heeft. Het is ooit gecreëerd (door God?) en dus zouden we het niet zomaar moeten veranderen of afbreken. Een andere gedachtegang is dat ieder organisch geheel waarde heeft omdat deze systemen ook bewegen en misschien wel een zekere wil hebben.5 Als er geen leven op Mars is, gaat dit argument om rekening te houden met de planeet niet op. Wanneer we besluiten dat Mars, als planeet, zelf ook rechten heeft, is het nog niet zo eenvoudig gevolg te geven aan deze rechten. Want wie bepaalt wat het beste is voor Mars? Een groep experts of iedereen via een democratische methode? Wil Mars überhaupt wel dat we op Mars komen wonen?

Resumerend is misschien de belangrijkste les dat er veel te kiezen valt. Om tot goede keuzes te komen, moeten we nu al beginnen met nadenken. Het zou een gemiste kans zijn als we wat we hier op aarde doen simpelweg kopiëren. Het kan veel slechter – mensen gaan hier al een tijdje niet meer op de brandstapel – maar het kan ook veel beter met meer aandacht voor de lange termijn en de belangen van minderheden. Misschien is het naïef te denken dat een nieuwe planeet daadwerkelijk nieuwe deuren opent, deuren naar meer rechtvaardigheid, solidariteit en duurzaamheid (in brede zin). Aan de andere kant: niet geschoten is altijd mis.

___________________________________________________________________________
 

  1. H.F. van Panhuys, ‘Recht in de ruimte. Of ruimte in het recht?’ De Gids 1961/124, p. 399.
  2. J. Locke, Two Treatises of Government, Cambridge, Verenigd Koninkrijk: Cambridge University Press, 1690.
  3. S. Bruhns & J. Haqq-Misra, ‘A pragmatic approach to sovereignty on Mars’ Space Policy 38/2016, p. 57-63.
  4. J. Rawls, A Theory of Justice, Cambridge, Verenigde Staten: Harvard University Press, 1971.
  5. T. Tännsjö, An Introduction to Moral Theory, Edinburgh, Verenigd Koninkrijk: Edinburgh University Press: 2013.
SDUYoung Talent GroupPels RijckenWijn & Stael
Van Doorne
Inloggenclose