Sneller dan het licht: het recht ingehaald door de ruimtevaart

Sneller dan het licht: het recht ingehaald door de ruimtevaart
 

Tamar van de Gronden

 

Vorig artikel | Volgend artikel

 

Op 12 april 1961 was Yuri Gagarin de eerste mens die de ruimte betrad.1 Sindsdien heeft de ruimtevaart een enorme ontwikkeling doorgemaakt en is het uitgegroeid tot een belangrijke (rechts)wetenschap. Steeds meer astronauten verlaten de aarde voor een reis met een ruimteschip of zetten zelfs voet op de maan. De geschiedenis leert ons: waar mensen zijn, is recht nodig. Hoe zit dat dan met het recht in de ruimte? Aangezien de ruimtetechniek een wetenschap is die momenteel grote en snelle ontwikkelingen doormaakt en dit binnenkort waarschijnlijk niet zal veranderen, is aannemelijk dat het nu bestaande ruimterecht vaak achter zal lopen op de werkelijkheid.2 Is het bestaande ruimterecht toe aan vernieuwing?

 

Het is van groot belang om te onderzoeken welk recht in de ruimte gehandhaafd moet worden om te voorkomen dat de ruimte een vrij speelveld wordt waarin alles wordt gedaan wat op de aarde niet mag. Daarom zal in dit artikel de volgende onderzoeksvraag centraal staan: “op welke gebieden loopt het huidige ruimterecht achter op de ontwikkelingen die de ruimtevaart doormaakt?” Deze vraag wordt beantwoord door allereerst een overzicht te geven van de huidige ruimteregels binnen ons systeem van het internationale recht. Vervolgens wordt er bekeken welke ontwikkelingen deze huidige regels voorbijlopen. Tot slot zal worden geconcludeerd in welke mate het ruimterecht vernieuwing nodig heeft.

 

Huidige ruimteregels

In 1958 is het Comité voor het Vreedzaam Gebruik van de Ruimte (COPUOS) opgericht. Dit comité is vanaf het moment dat de eerste satelliet werd gelanceerd begonnen met het ontwikkelen van speciaal ruimterecht.3 Hieruit zijn verschillende bronnen van het ruimterecht ontstaan. De huidige internationale ruimteregels kunnen grofweg in twee categorieën worden onderscheiden: internationale verdragen en andere bronnen, zoals niet-bindende resoluties en akkoorden.4 Omdat de internationale verdragen de belangrijkste categorie vormen, zal de focus in dit artikel daarop liggen.

 

De eerste verdragen die ontstonden waren de Declaratie van 1963 en de Outer Space Treaty.5 Dit laatste verdrag bevat een aantal principes waarop het ruimterecht is gebaseerd. Zo wordt in het eerste artikel bepaald dat de verkenning van de ruimte altijd zal geschieden in het belang van alle landen en dat er vrijheid van en gelijkheid in de verkenning en het onderzoek van de ruimte heerst.6 Bovendien bepaalt dit artikel dat de handelingen die omtrent de ruimtevaart worden uitgevoerd in overeenstemming moeten zijn met het internationale recht.7 Vervolgens komt in het tweede artikel een ander belangrijk principe van het ruimterecht aan bod:8 niets in de ruimte mag door een staat worden toegeëigend.9 Na deze twee artikelen volgen er meer ruimterechtelijke principes, zoals regels met betrekking tot het verbod van kernwapens in de ruimte10 en regels over de nationale verantwoordelijkheid en de daarmee samenhangende aansprakelijkheid.11 Voor dit laatste punt is in 1972 ook aparte regelgeving opgesteld, welke zich bevindt in de Overeenkomst betreffende de Internationale Aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door Ruimtevoorwerpen.12

 

Samengevat kan dus worden gesteld dat het ruimterecht zijn basis vindt in de Outer Space Treaty en de Overeenkomst betreffende de Internationale Aansprakelijkheid. In het vervolg van dit artikel zal worden bekeken in hoeverre deze regels aansluiten op de gebeurtenissen en ontwikkelingen in de ruimtevaart.

 

Achterlopend ruimterecht

Zoals eerder genoemd maakt de ruimtewetenschap snel grote ontwikkelingen door. Op dit moment gelden nog altijd de ruimteregels uit onder andere de Outer Space Treaty en de Overeenkomst betreffende de internationale Aansprakelijkheid, die zijn samengesteld in de jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw. Gesteld kan worden dat dit huidige ruimterecht niet op alle punten meer voldoet. Tijdens het opstellen van het ruimterecht zijn niet alle ontwikkelingen die nu hebben plaatsgevonden in de ruimtevaart voorzien. Daarom is de noodzaak tot het vernieuwen of aanvullen van de regels hoog. Dit standpunt zal worden onderbouwd aan de hand van twee voorbeelden.

 

Private aansprakelijkheid: kleine satellieten

Een voorbeeld van een ontwikkeling die niet meer kan worden omvat in het huidige ruimterecht is de kleine satelliet. Omdat kleine satellieten makkelijker te bouwen en lanceren zijn, bieden ze mogelijkheden voor verdere verkenning van de ruimte.13 Deze kleine satellieten worden ook vaak gebruikt in samenwerking tussen private partijen uit verschillende landen met betrekking tot onder andere educatieve en wetenschappelijke missies en trainingen.14 Op dit moment staan in de ruimterechtelijke verdragen internationale verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid centraal.15 In het geval van private partijen die in verschillende landen actief zijn, is het niet meer duidelijk welke landen precies betrokken zijn bij de ruimtevaartoperaties.16 Als er iets mis zou gaan tijdens de lancering van een kleine satelliet, is het daarom niet vanzelfsprekend wie er aansprakelijk moet worden gesteld. Hieruit volgt dat het noodzakelijk is om naast het al bestaande internationale aansprakelijkheidssysteem in het ruimterecht ook een private vorm van aansprakelijkheid toe te voegen.17

 

Space traffic management

Naast het achterlopende aansprakelijkheidssysteem dat de ruimte kent, is er nog een systeem dat achterloopt: het zogenaamde ‘space traffic management’. Waar de luchtvaart de luchtverkeersleiding heeft, die al het luchtverkeer in goede banen leidt, kent de ruimtevaart (nog) niet een vergelijkbaar systeem.18 Omdat het aantal en de grootte van de satellieten in de ruimte steeds verder groeit, groeit ook de noodzaak om een space traffic managementsysteem te ontwikkelen.19 Steeds meer landen beginnen deze noodzaak te voelen en denken na over wetgeving rondom dit onderwerp.20 Dit is een positieve ontwikkeling, maar helaas zijn we er nog niet. Er bestaat namelijk onenigheid tussen verschillende landen over de precieze invulling van de space traffic management.21 Met alle opkomende ontwikkelingen in de ruimte is het van groot belang dat er regels omtrent space traffic management worden opgesteld waar iedereen zich aan houdt.

 

Bovenstaande voorbeelden geven aan dat het ruimterecht op verschillende plaatsen achterloopt. Deze voorbeelden zijn niet uitputtend: er zijn – helaas – meer gebieden te noemen waarin het ruimterecht nieuwe regels nodig heeft om de ontwikkelingen bij te kunnen houden. Om één voorbeeld te noemen, moet er ook worden nagedacht over de verwerking van het ruimteafval in het kader van duurzaamheid.22

 

Conclusie

De vraag die centraal staat in dit artikel is binnen welke gebieden het huidige ruimterecht achterloopt op de ontwikkelingen die de ruimtevaart doormaakt. Allereerst is hiertoe een overzicht geschetst van de huidige regels die gelden in en rond de ruimtewetenschap. De belangrijkste regels zijn te vinden in de Outer Space Treaty en de Overeenkomst betreffende de Internationale Aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door Ruimtevoorwerpen. Vervolgens is besproken dat er verschillende recente ontwikkelingen in de ruimte zijn geweest die ertoe hebben geleid dat deze regels niet meer altijd voldoen. Zo voorziet het huidige ruimterecht bijvoorbeeld niet in de aansprakelijkheid van private partijen of in een adequate space traffic management. Er zijn overigens meer voorbeelden te noemen van gebieden waarin het ruimterecht achterloopt, maar met het oog op beknoptheid is ervoor gekozen twee onderwerpen uitvoerig te bespreken. Dit heeft laten zien dat er verschillende factoren zijn die maken dat dit recht achterloopt. Met het oog op de huidige technologische ontwikkelingen is het ruimterecht toe aan aanvullende regels. Hoe dit zal uitpakken, zal de toekomst ons laten zien.

 

                                                                                                                                             

  1. A.L. Jenks, The Cosmonaut Who Couldn’t Stop Smiling: The Life and Legend of Yuri Gagarin, Cornell: Cornell University Press, Northern Illinois University Press 2014, p. 3.
  2. G. Peterson, M. Sorge & W. Ailor, ‘Space Traffic Management in the Age of New Space’, The Aerospace Corporation 2018, p. 2.
  3. Universiteit Leiden, ‘Regels in de ruimte’, 13 april 2015, geraadpleegd via: https://www.universiteitleiden.nl/nieuws/2015/04/regels-in-de-ruimte.
  4. W.M. Thiebaut, ‘Ruimterecht en ruimtepolitiek: Een inleiding’, Recht in beweging 2010, p. 386 & 393.
  5. W.M. Thiebaut, ‘Ruimterecht en ruimtepolitiek: Een inleiding’, Recht in beweging 2010, p. 387.
  6. Artikel 1 OTS.
  7. Artikel 1 OTS.
  8. W.M. Thiebaut, ‘Ruimterecht en ruimtepolitiek: Een inleiding’, Recht in beweging 2010, p. 387.
  9. Artikel 2 OTS.
  10. Artikel 4 OTS.
  11. Artikel 6 & 7 OTS.
  12. W.M. Thiebaut, ‘Ruimterecht en ruimtepolitiek: Een inleiding’, Recht in beweging 2010, p. 389.
  13. N. Palkovitz Menashy, Regulating a revolution: small satellites and the law of outer space, Leiden: Universiteit Leiden 2019, p. 203.
  14. N. Palkovitz Menashy, Regulating a revolution: small satellites and the law of outer space, Leiden: Universiteit Leiden 2019, p. 203.
  15. W.M. Thiebaut, ‘Ruimterecht en ruimtepolitiek: Een inleiding’, Recht in beweging 2010, p. 389.
  16. N. Palkovitz Menashy, Regulating a revolution: small satellites and the law of outer space, Leiden: Universiteit Leiden 2019, p. 203.
  17. N. Palkovitz Menashy, Regulating a revolution: small satellites and the law of outer space, Leiden: Universiteit Leiden 2019, p. 203.
  18. G. Peterson, M. Sorge & W. Ailor, ‘Space Traffic Management in the Age of New Space’, The Aerospace Corporation 2018, p. 3.
  19. G. Peterson, M. Sorge & W. Ailor, ‘Space Traffic Management in the Age of New Space’, The Aerospace Corporation 2018, p. 2.
  20. B. G. Chow, ‘Space Traffic Management in the New Space Age’, Strategic Studies Quarterly winter 2020, p. 74.
  21. B. G. Chow, ‘Space Traffic Management in the New Space Age’, Strategic Studies Quarterly winter 2020, p. 85.
  22. Rijkswaterstaat, ‘Early Warning van de maand: Het groeiende probleem van ruimteafval’, 11 juni 2021, geraadpleegd via:
  23. https://www.rijkswaterstaat.nl/nieuws/archief/2021/06/early-warning-van-de-maand-het-groeiende-probleem-van-ruimteafval.
     

Afbeeldingen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SDUAKD Van DoorneWijn & Stael
Van Doorne
Inloggenclose