Partijprogramma’s en de rechtsstaat: wat je deze verkiezingen niet hoorde

De uitslag van de verkiezingen afgelopen maand was voor vele Nederlanders een verrassing. Ondanks dat ‘rechts’ een ruime meerderheid heeft weten te behalen, lijkt één begrip de onderhandelingen in een houdgreep te hebben: de rechtsstaat. Ook tijdens de campagne speelde dit begrip een prominente rol. De Kersverse partij Nieuw Sociaal Contract presenteert het versterken van de rechtsstaat als een van haar kernwaarden en op radio en tv trokken politieke kopstukken massaal de rechtsstatelijkheid van de plannen van hun concullega’s in twijfel. Een van de aanleidingen van deze beschuldigingen was het Rapport van de Commissie Rechtsstatelijkheid Verkiezingsprogramma's 2023 van de Nederlandse Orde van Advocaten.1 Vooral progressieve partijen gebruikten het rapport als politieke munitie, echter gaat het rapport veel verder dan godsdienstvrijheid en het voldoen aan internationale regelgeving. Het rapport toetst alle verkiezingsprogramma's aan drie vragen met betrekking tot de voorspelbaarheid van de overheid, het waarborgen van fundamentele vrijheden en de toegang tot een onafhankelijke rechter. Specifieke plannen worden vervolgens ingedeeld in drie categorieën: rechtsstaatversterkend, risicovol en strijdig.2 De rol van de rechtspraak en een effectieve toegang tot het recht nemen een prominente plek in het rapport in. Daarentegen was hier in het maatschappelijk debat relatief weinig aandacht voor. Dat terwijl toegang tot het recht een fundament van onze rechtsstaat is en de rol van de rechter binnen de trias politica ter discussie staat. Reden genoeg om de onderbelichte aspecten van dit rapport onder de loep te nemen. Dit zal gedaan worden door de opvallendste bevindingen door de lens van twee belangrijke rechtsgebieden te bekijken: het bestuursrecht en het strafrecht.

 

Daadkrachtig bestuur en de toegang tot het recht

‘Een staat die een burger niet in de gelegenheid stelt zijn recht effectief te halen kan geen rechtsstaat zijn.’

‘Een staat die een burger niet in de gelegenheid stelt zijn recht effectief te halen, kan geen rechtsstaat zijn’, aldus het rapport.3 Om dit recht te kunnen waarborgen is het om te beginnen essentieel dat rechters in staat gesteld worden om tijdig te beslissen zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit van het vonnis. Adequate financiering van de rechterlijke macht, het hebben van voldoende rechters en een sterkere sociale advocatuur zijn dan ook veel terugkerende plannen. In het licht van een algemene roep om maatwerk en beter bestuur lijkt iedere partij het eens te zijn over het vergroten van de zak met geld voor de rechterlijke macht. Een voldoende ondersteunde rechterlijke macht is echter niet genoeg om effectief je rechten te kunnen halen. De uitvoerende macht is immers ook verplicht de belangen van burgers te horen wanneer zij geraakt worden door overheidshandelen, gewaarborgd door de bezwaar- en beroepsprocedures uit de Awb. Juist op dit gebied signaleert het rapport de voornaamste risico’s.4

Als we de politiek moeten geloven, zit Nederland op slot. We hebben hoge huizenprijzen door de woningnood, maar kunnen niet bouwen door (stikstof)vergunningen. We kampen met personeelstekorten en vergrijzing, maar migratie zet onze sociale voorzieningen, bestaande uit een te complex toeslagenstelsel, onder druk. Ondanks de uiteenlopende inhoudelijke opvattingen van partijen op deze thema’s lijken ze het over één ding eens; het moet allemaal simpeler.De oplossing wordt door sommige partijen gezocht in het beperken van de bezwaar- en beroepsprocedures. Zo pleit NSC voor het stellen van strikte termijnen voor de gemeentelijke goedkeuring van bouwplannen en het inperken van bezwaar en beroepsprocedures.Ook het CDA noemt het inkorten van de looptijd van de procedures als een van de manieren om Nederland weer aan het bouwen te krijgen.7

In de bredere bestuursrechtelijke context stelt BBB een wijziging van artikel 3:305a BW voor.Op basis van dit artikel kunnen belangenorganisaties nu namens burgers optreden in (bestuurs)rechtelijke procedures wanneer zij belangen behartigen die in hun statuten zijn vastgelegd. Dit maakte het mogelijk voor organisaties als Urgenda om de overheid via de rechter te verplichten de uitstoot van broeikasgassen te reduceren. Recentelijker werd via deze weg het Nederlandse stikstofbeleid van tafel geveegd. BBB wil dergelijke procedures enkel voor direct belanghebbende toegankelijk maken. Dat wil zeggen dat enkel de geadresseerde van het besluit hiertegen in bezwaar en beroep kan gaan. Een aanzienlijke beperking dus. Alhoewel enkel BBB met dit concrete voorstel komt, lijkt er breed politiek draagvlak voor een wijziging. In februari dit jaar stemde een kamermeerderheid van 81 zetels voor een motie voor het verkennen van het stellen van strengere representativiteitsvereisten aan belangenorganisaties.In de huidige samenstelling had de motie kunnen rekenen op de steun van 100 Kamerleden. 

De Commissie merkt op dat een beperking van art. 3:305a BW de toegang tot de onafhankelijke rechter en de toetsbaarheid van overheidshandelen beperken. Daarnaast tast het inkorten van bezwaar- en beroepsprocedures de zorgvuldigheid van deze procedures aan. Daarmee zetten de plannen onder andere het zorgvuldigheidsbeginsel onder druk.10

Dan nu een persoonlijke analyse. Door een gebrek aan structureel beleid op het gebied van landbouw, klimaat, wonen, immigratie en tal van andere onderwerpen roepen burgers middels belangenorganisaties de overheid bij de rechter op het matje. Door wettelijke kaders te stellen, vaak gebaseerd op Europese regelgeving, maar zich vervolgens niet aan die kaders te houden, zet de overheid zichzelf klem. Het is vervolgens aan de rechter om de overheid aan haar eigen kaders te houden. Politisering van rechterlijke uitspraken wordt daarmee onvermijdelijk. In de naam van daadkrachtig overheidshandelen en het politieke primaat van het parlement worden er nu plannen gemaakt om de tanden te zetten in bestuursrechtelijke fundamenten van de democratische rechtsstaat. Daarnaast beperken deze plannen de toegang tot het recht, de kwaliteit van de rechtspraak en de controlerende en rechtsprekende functies van de rechterlijke macht. Deze beleidsreflex getuigt daarmee niet van de politieke zelfreflectie die onze volksvertegenwoordigers  sinds de verkiezingen van 2021 pretenderen. Politiek debat en beleid ten aanzien van de rol van de rechter is iets wat de rechtsstaat dient te versterken, niet te verzwakken en daadkrachtig bestuur dient niet ten koste gaan van bestuurlijke waarborgen.

 

Strafexpeditie: Politiek theater en de kronkels van nieuwe voorstellen

‘Partijen introduceren opmerkelijke voorstellen, die de fundamenten van de rechtsstaat lijken uit te dagen.’

In het schouwspel van de Nederlandse politiek ontvouwt zich een gecompliceerde verhaallijn rondom het strafrechtbeleid. Als toeschouwers worden we geconfronteerd met een diversiteit aan voorstellen van verschillende politieke partijen, elk met een eigen plot in dit toneelstuk van de wetgeving. Neem als voorbeeld de SGP, die het podium op gaat met voorstellen zoals het herinvoeren van de doodstraf.11 Dit lijkt een onverwachte wending in het verhaal, een politieke “plot twist” die de rechtsstaat uitdaagt. Aan de andere kant hebben we DENK, die het toneel betreedt met opmerkelijke voorstellen zoals verplichte chemische castratie, wat ons doet afvragen waar dit subverhaal naartoe leidt.12 Deze politieke drama’s komen echter niet altijd zonder gevolgen. Net zoals in een goed geschreven draaiboek, groeit de druk op het kabinet naarmate de plotontwikkelingen zich opstapelen. Wat het plot ook had mogen zijn, het is belangrijk om de rechtsstaat als onbewogen fundament te handhaven. De nieuwe partijprogramma’s lijken soms een dramatisch proces te ondergaan, vergelijkbaar met een toneelstuk dat de verwachtingen van het publiek probeert te overtreffen. Het politieke toneel is divers, maar de rechtsstaat moet als een stevige theaterachtergrond blijven staan, ongeacht de “plot twists”.

De PVV neemt een prominente positie in met voorstellen die mogelijk in strijd zijn met internationale wet- en regelgeving.13 De beperking van de beoordelingsvrijheid van de rechter bij het hanteren van minimumstraffen en het onmogelijk maken van taakstraffen roept vragen op over het respecteren van de trias politica; het fundament van een rechtsstaat. Het digitaliseren van de schandpaal voor daders van gewelds- en zedenmisdrijven en het voorstaan van een algehele asielstop suggereren een mogelijke spanning met mensenrechten en geldende regels.14 De PVV spreekt ook over “zero tolerance” en de inzet van het leger tegen straat-terroristen.15 Dit roept vragen op over proportionaliteit, omdat militairen getraind zijn in het gebruik van geweld op een ander niveau dan de politie. Dit kan leiden tot meer escalatie. Er staan verder vraagtekens bij de rol van de rechter in het waarborgen van evenredige straffen.16 Militaire inzet op nationaal grondgebied voor strafrechtelijke situaties kan voor spanning zorgen met het traditionele gebruik van de krijgsmacht en de trias politica.17 Het verkiezingsprogramma maakt ook een voorstel voor het uitzetten van criminele vreemdelingen en misdadigers met een dubbele nationaliteit.18 De geforceerde remigratie van deze groep schendt het 'non-refoulement-beginsel' Dit beginsel, weerhoudt staten om individuen uit te zetten naar een gebied waar zij het risico lopen op een vervolging of een onmenselijke behandeling. Het non-refoulement-beginsel richt zich specifiek op het recht om een gezinsleven te conserveren. Dit aspect wordt aangetast bij geforceerde remigratie

D66 komt naar voren met het voorstel om de mogelijkheid te bieden om politieke partijen te verbieden als zij de democratische rechtsstaat bedreigen.19 Er hangen hier vele uitdagingen aan vast, zoals het bepalen van de criteria hiervoor. Ook schuurt het met de rechtsstaat, omdat de betreffende partij democratisch gekozen is. Een democratisch gekozen partij begraven maakt de stem van velen krachteloos.

De VVD gaat mee met de PVV in het opleggen van minimumstraffen en het taakstrafverbod. De VVD voegt hier een uniek element toe, namelijk de roep om het volwassenenstrafrecht frequenter dwingend toe te passen bij jonge delinquenten.20 Hierbij benadrukt De heer Verkuijlen dat straffen als doel heeft dat het individu zich opnieuw schuldig maakt aan vergelijkbare delicten.21(1) Deze toevoeging zorgt voor een juridische spanning, omdat het vaker toepassen van het volwassenenstrafrecht op minderjarigen in strijd is met zowel de geldende wetgeving als internationaal mensenrecht.

DENK’s voorstellen om de taken van defensie te beperken roepen vragen op over de adequaatheid ervan bij het waarborgen van de nationale veiligheid. Het heronderhandelen van de NAVO-norm kan leiden tot complexe implicaties voor de internationale veiligheid en samenwerking.22 DENK is daarnaast voor het verbieden van bepaalde arrestatie-technieken, zoals de nekklem. Maar dit zou de effectiviteit van de politie bij geweldsbeheersing beperken.23 Het streven naar een verantwoord politieoptreden is uiteraard positief, maar DENK’s voorstand van het verbieden van bepaalde arrestatie-technieken, zoals de nekklem, kan de effectiviteit van de politie bij geweldsbeheersing beperken. Dit roept vragen op over de haalbaarheid van politieoptreden zonder deze technieken en de impact op de veiligheid in Nederland, dat een essentieel aspect is van een veilige rechtsstaat.Het voorstel om chemische castratie in te voeren als straf voor kindermisbruik roept tal van ethische vragen op met betrekking tot de effectiviteit en proportionaliteit van een dergelijke maatregel. Het is van belang om zorgvuldig te overwegen hoe dit voorstel in de praktijk zou functioneren en welke gevolgen het zou hebben voor de rechtsstaat.

De SGP en haar verkiezingsprogramma kunnen mogelijk schuren met de rechtsstaat, met name vanwege het controversiële voorstel om de doodstraf te herintroduceren, wat kritiek krijgt vanwege het onmenselijke karakter en de schending van internationale normen, met inbegrip van het EVRM.24Het programma weerspiegelt ook een trend waarin de rol van de rechter wordt beperkt, vooral door beperkingen op te leggen aan het opleggen van taakstraffen. Deze beperkingen worden beschouwd als een inbreuk op de onafhankelijkheid van de rechtspraak.25 Deze waarnemingen onderstrepen de cruciale noodzaak om bij het formuleren van beleid de fundamentele principes van de rechtsstaat te handhaven.

In conclusie illustreert het Nederlandse politieke toneel een complex drama rondom strafrechtbeleid. Partijen introduceren opmerkelijke voorstellen, die de fundamenten van de rechtsstaat lijken uit te dagen. Ondanks de dramatische wendingen benadrukt de conclusie van het rapport de noodzaak om de rechtsstaat als stevig fundament te handhaven, zelfs te midden van politieke uitdagingen. Het blijft een delicate balans tussen politieke ambities en respect voor de basisprincipes van onze rechtstaat.

 

Literatuurlijst

  1. De Partijprogramma's voor de verkiezingen 2023 rechtsstatelijk? 2023.
  2. De Partijprogramma's voor de verkiezingen 2023 rechtsstatelijk? 2023, p. 7.
  3. De Partijprogramma's voor de verkiezingen 2023 rechtsstatelijk? 2023, p. 20.
  4. De Partijprogramma's voor de verkiezingen 2023 rechtsstatelijk? 2023, hoofdstuk 4.
  5. De Partijprogramma's voor de verkiezingen 2023 rechtsstatelijk? 2023, p. 9-10.
  6. Tijd voor herstel: Vertrouwen. Zekerheid. Perspectief. 2023, p. 20.
  7. Recht doen: een hoopvolle agenda voor heel Nederland. 2023, p. 49.
  8. Iedere dag BBBeter: van vertrouwenscrisis naar noaberstaat. 2023, p. 90.
  9. Kamerstukken II 2022/23, 36169, 37.
  10. De Partijprogramma's voor de verkiezingen 2023 rechtsstatelijk? 2023, p. 23.
  11. De Partijprogramma's voor de verkiezingen 2023 rechtsstatelijk? 2023, p. 40.
  12. Verkiezingsprogramma DENK 2023, p.34.
  13. De Partijprogramma's voor de verkiezingen 2023 rechtsstatelijk? 2023, p. 37.
  14. Verkiezingsprogramma PVV 2023, p.13.
  15. Verkiezingsprogramma PVV 2023, p.13.
  16. De Partijprogramma's voor de verkiezingen 2023 rechtsstatelijk? 2023, p. 37.
  17. Verkiezingsprogramma PVV 2023, p.14.
  18. Verkiezingsprogramma PVV 2023, p.14.
  19. De Partijprogramma's voor de verkiezingen 2023 rechtsstatelijk? 2023, p. 29.
  20. Verkiezingsprogramma VVD 2023, p. 23.
  21. Kamerstukken II 2022/23, 28741, nr. 105.
  22. Verkiezingsprogramma DENK 2023, p. 34.
  23. Verkiezingsprogramma DENK 2023, p. 34.
  24. De Partijprogramma's voor de verkiezingen 2023 rechtsstatelijk? 2023, p. 40.
  25. Verkiezingsprogramma SGP 2023, p. 20.
SDUPels RijckenVan DoorneWijn & Stael
Van Doorne
Inloggenclose